Op 5 augustus 1797 legde Willem van Hooff de eerste steen van het gebouw van de brouwerij aan de Vogelsberg, zoals deze buurt toe heette. Deze brouwerij zou in twee eeuwen uitgroeien tot een internationaal opererend frisdrankenbedrijf (Winters). De brouwerij van Willem van Hoof bevond zich in een goed onderhouden gebouw met een brouwketel, een kuip en een koelkuip.
Het kleine dorpje Maarheeze telde toen 650 inwoners. Samen met Budel, Gastel en Soerendonk vormde Maarheeze de Baronie van Cranendonck, een bezit van de Oranjes. Met de komst van de Fransen in 1794 kwam er een einde aan de Republiek der Verenigde Nederlanden. Er werd volop feest gevierd, waarbij het bier rijkelijk vloeide. In Maarheeze en Soerendonk waren er verschillende dorpsbrouwerijen, maar slechts één in gebruik. In Maarheeze waren er in die tijd maar liefst twaalf tapperijen. Odilia van Hooff-Evers, de weduwe van Jan Van Hooff , moeder van Willem van Hooff, was zeer waarschijnlijk een van de caféhouders. Zij woonde met haar kinderen in het pand dat al in het begin van de negentiende eeuw bekend stond als ‘Hof van Holland’. Willem zal vooral vanuit de herberg van zijn ouders bekend zijn geweest met het vak van bierbrouwen. In 1795 erfde zijn moeder een deel van een brouwerij aan de Vogelsberg. Het pand was toen in zeer slechte staat. Willem heeft de nodige investeringen moeten doen om zijn bedrijf goed van start te kunnen laten gaan. Mogelijk is het pand waarin hij zijn brouwerij vestigde ingrijpend verbouwd. Daarom metselde hij op zaterdag 5 aug 1797 een steen in de gevel met de tekst: “V/VIII/1797 heeft W. van Hooff den I. Steen geleid”.
Lees het hele artikel…